Montag, 18. Juni 2012

De stilte van Balkbrug

Op 2,5 uur rijden van mijn eigen vertrouwde woonplaatsje 
ligt een klein gehucht dat de naam Balkbrug draagt. Nu zul je je gaan
afvragen wat ik daar nu in godsnaam te zoeken heb. Mijn allerliefste
mama is daarheen verhuist. Een schattig poppenhuisje. Dat is het. Het
huisje waar zij in woont. Het leek me goed om me twee dagen hier te
vestigen, om eens wat rust in mijn hoofd te krijgen. Nu ik hier zit,
valt alles ineens tegen. Geen vertrouwde omgeving, geen dierbare
mensen om me heen ( ja mijn moeder, maar mijn vrienden mis ik zo erg)
, en als klap op de vuurpijl, GEEN rust. Want het oh zo schattige
poppenhuisje ligt heel fijn langs de provinciale weg waar men met
een loeiharde snelheid van gemiddeld 110 km/h overheen
dendert.  Nu ik zo'n beetje alles heb afgekraakt van Balkbrug,
kom ik tot een keiharde en frustrerende conclusie. ik heb heimwee.

Sonntag, 1. Januar 2012

Het metroperron

Het metroperron is altijd een drukte van jawelste. Heel muticulti ook. Al die verschillende mensen. Gehaaste mensen, mensen die op vakantie gaan, mensen die gaan winkelen, teveel om op te noemen eigenlijk. Ik zit op het bankje te wachten en kijk wat gespannen om me heen. Ik houd niet van druktes. Nee, zeker niet van deze druktes. Nog 9 minuten. Ik voel me ongemakkelijk, wiebel wat heen en weer en besluit om mijn oordopjes te pakken. Wat muziek zal wel voor afleiding zorgen. Ik kijk weer om me heen. Ik maak oogcontact. Het oogcontact dat ik liever had vermeden. Ik houd niet van oogcontact met vreemden. Met je partner, familie of vrienden is dat toch weer anders. Vlug kijk ik weg, en staar naar de grond. Alsof ik daar wat wijzer van word. Ik heb het gevoel dat de tijd voorbij kruipt. Ik kijk nerveus naar het bord met de metrotijden en denk bij mezelf 'laat die verdomde metro nou eens opschieten'. Shit! Nog 5 minuten! Zenuwachtig kijk ik weer om me heen en merk op dat er een jongen naar me kijkt. Ik vraag me af waarom hij kijkt, wat wil hij van me? Ik draai mijn hoofd weg en kijk naar het perron tegenover mij. Daar zie ik twee duiven druk op zoek naar broodkruimels of weg gegooid voedsel. Ik raak verzonken in gedachten. Was ik ook maar een vogel dan hoefde ik niet op metro's te wachten, dan kon ik wegvliegen wanneer ik maar zou willen. Dan maakt het niet meer uit waar ik naar toe ga, niks geen openbaar vervoer. In deze gedachten verzonken heb ik er geen erg in dat de metro komt. Ik schrik op, trek een malloot sprintje en stap in de metro. Ik heb de 9 minuten wachten op de metro weer overleefd.